De medische wereld heeft zo zijn eigen taalgebruik. Artsen, verpleegkundigen en assistenten hoor je tijdens een afspraak soms woorden met elkaar wisselen waar geen touw aan vast te knopen is. Zolang ze dat jargon in hun eigen professionele kring bezigen, is er niets aan de hand. Maar als patiënt, en ook als partner van een patiënt sijpelt er soms wel eens wat door: op een doktersbriefje of in een rapportage bijvoorbeeld. En denk je: waar gààt dit over? Zo heet het ‘verhaal’ dat je als patiënt aan de oncoloog vertelt over je borstkanker de anamnese; is een benigne tumor goedaardig en heet-ie maligne als het om een kwaadaardig gezwel gaat.
In mijn boek “Man op de mammapoli' komt dat bijzondere taalgebruik uitgebreid aan de orde en heb ik er een medisch ABC-tje van 200 woorden gemaakt: het alfa-bèta-chemo geheten.
Eén belangrijke medische term hebben we - dankzij het coronavirus - inmiddels allemaal onder de knie. Want als de uitslag van een test positief is, betekent dat allerminst halleluja, maar ben je besmet en moet je in quarantaine. Daar is weinig positiefs aan. In gewone-mensen-taal is zo een uitslag dus puur negatief.
Maar niet alleen in het ziekenhuis, ook in je eigen kring merk je als (borstkanker)patiënt of als partner dat de ziekte zo zijn eigen taal met zich meebrengt. Want familie en vrienden gebruiken vaak dezelfde woorden, uitdrukkingen, zinsneden, of stellen dezelfde vragen. Door de telefoon, op de koffie, op de tennisbaan of tijdens het boodschappen doen. Ach nee, denk je dan, niet nog eens diezelfde vraag moeten beantwoorden. Terwijl al die belangstelling doorgaans toch goedbedoeld is.
Soms voel je zo een uitgekauwde en beetje inhoudsloze opmerking of vraag al van tevoren aankomen: “Dat jouw vrouw dat nou weer moet overkomen” bijvoorbeeld, of: “Ik zeg maar zo: je hebt gewoon dikke pech”. Tja, wat moet je ermee? Hoe reageer je daarop?
Het doet me denken aan het bekende bullshit-bingo spelletje. Je kent het vast wel. Om een saaie bijeenkomst wat draaglijker te maken, stel je ondertussen een lijstje op met tien veel voorkomende vergader-uitdrukkingen (zoals pro-actief, herijken, menselijk kapitaal) en vink je die vervolgens aan. Een leuk tijdverdrijf. Bij het tiende vinkje roep je dan : Bingo!!! of (stilletjes) Bullshit !!!
In Man op de mammapoli heb ik als voorbeeld zo een boobie-bullshit-bingokaart gemaakt. Je ziet ém hier afgedrukt. Ideetje misschien om thuis of in het ziekenhuis een eigen kaart samen te stellen.
Laat me vooral weten of je uitdrukkingen mist die beslist op de bingokaart thuishoren. Veel succes !
Opmerkingen