top of page
  • Foto van schrijverJaap Luikenaar

Stem Partner Partij, stem PP


Met de gemeenteraadsverkiezingen in het vooruitzicht heeft zich onlangs een nieuwe politieke partij aangediend: de Partner Partij. Kortweg PP. Belangrijkste doel: meer aandacht in de politiek voor de rechten en de positie van partners van (borst-)kankerpatiënten. Want terwijl aandacht en geld vooral naar borstkankeronderzoek en patiëntenzorg gaat, is de positie van de partner daarbij nog vaak onderbelicht. En dat is onterecht, want een fitte, gezonde en gemotiveerde partner is van het allergrootste belang voor de patiënt. Zowel tijdens de kankerbehandeling, als in de vaak lange herstelperiode daarna.


De oprichting van zo een partij is gekkigheid natuurlijk. De Partner Partij is fictief, want wat hebben de gemeente en de gemeenteraad nu met kanker te maken?


Maar nu ik met deze inleiding toch je aandacht heb, borduur ik graag nog even voort op mijn ideeën over meer plek voor de partner van een (borstkanker)patiënt. Want op zich zou de Haagse politiek zich op een aantal fronten best eens kunnen inspannen voor een verbetering van de positie van partners. Vaak moeten die zichzelf maar zien te redden. En moeten partners zelf op onderzoek uitgaan om er achter te komen welke rechten zij hebben. Zorgverleners horen de partner van hun patiënt standaard hulp aan te bieden en te betrekken bij de behandeling. Net zoals de patiënt zijn rechten (lees hier!) heeft, zo hoort ook de partner die te hebben.


Meer rechten en aandacht voor de partner

Meer rechten voor partners dus. M'n boek 'Man op de mammapoli' besteedt er een heel hoofdstuk aan en ik blogde er al eerder over. Ook uit onderzoek blijkt dat partners op diverse fronten schuurt en meer juridische basis op zijn plaats zou zijn. Denk aan:


1. Recht op informatie en uitleg: nog te vaak gebeurt het dat een behandelaar zich tijdens een consult vooral richt tot de patiënt en de partner doodleuk negeert.

2. Recht op spreektijd tijdens consult: het begrip ‘samen beslissen’ in de medische wereld gaat ervan uit dat een arts in overleg met de patiënt tot de behandeling komt. Beter is het om in plaats van zo’n tweegesprek een driehoeksgesprek te voeren, waarin ook de partner standaard gevraagd wordt zijn (of haar) zegje te doen. Meer eigen inbreng dus, en niet alleen als aanvulling op wat de patiënt of behandelaar zegt

3. Meer professionele ondersteuning en meer onderzoek naar het wel en wee van partners. De support aan partners schiet te kort. Meer hulp op emotioneel, sociaal, praktisch of levensbeschouwelijk terrein zou het functioneren van de partner als steun en toeverlaat voor de patiënt enorm kunnen helpen, Dat is ook de mening van directeur Cristina Guerrero Paez van Borstkanker Vereniging Nederland (BVN)

4. Ruimere zorgverlofregeling, want de bestaande mogelijkheden voor partners zijn nog karig en niet afgestemd op het grillige en onvoorspelbare verloop van het ziekte- en herstelproces bij kanker. Daarom is, naast verruiming, ook versoepeling op zijn plaats, waarbij werkgever en partner per keer concrete afspraken maken.

5. Recht op vrije tijd, ontspanning en mindfulness. Uit onderzoek blijkt dat partners die fit, gezond, sportief en vooral mindful zijn - en dus bewuster dingen en situaties kunnen accepteren zoals ze zijn - minder last hebben van psychische klachten. Werkgevers spelen daarin een rol, Ook patienten kunnen geen 100 % beschikbaarheid van hun partner eisen. En zorgverzekeraars moeten in de basisverzekering de vergoedingsregeling verruimen voor de kosten van mindfulness (nu alleen bij zware depressie...)


Spreken deze vijf kwesties je aan en vind je dat ze een oplossing op korte termijn verdienen. Stem dan op de Partner Partij of - veel beter nog - zeg het vooral tegen de behandelaar als je samen met je patiënt op consult bent.


De Partner Partij

is voor jou en voor mij

De Partner Partij

maakt iedereen

De Partner Partij

daar horen wij bij !

(met veel dank aan het partijlied van de Tegenpartij van Van Kooten en De Bie, alias Jacobse en Van Es, hét satrisch tv-programma in 1989/1990)

bottom of page